Deze website informeert over de terugkeer van Joden en Efraimieten naar Israël

Efraim komt thuis


In 2007 ontmoette ik David bij de Jaffa-Gate.
Hij had van twee stukken hout (wandelstokken) en een schaakbord een harp gemaakt. Zo werden deze twee stukken hout één in een mensenhand. Ik wist toen nog niets van Ezechiel 37 16-21..


Door de titels aan te klikken opent u de verschillende studies

De Visie en inhoud v/d site.

U vind op deze site het verhaal over de twee huizen Juda en Efraim.

In de volksmond ook wel "Israel en de kerk"genoemd.

Daarmee verbonden informatie over de voortgang in de éénwording van de twee.

De Bijbelse geschiedenis belicht en toegelicht aan de hand van geopenbaarde Bijbelse verhalen waarin de verborgenheden over de twee, hun geschiedenis het heden en de toekomst voorzegt zijn.

Daarnaast leest u over de visie: het zichtbaar maken van Gods Koninkrijk in de wereld.

Dit is Hij,God Zelf aan het doen door het herstel van Israël, waar Hij eerst het huis van Juda en daarna het huis van Efraim terugbrengt, Hij maakt de twee tot één nieuwe mens. Efeze 2.14 Hsv.

De bijbeltekst zegt: Want Hij is onze vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te breken. Aan de éénheid zullen wij herkend worden.We zien die éénheid groeien tussen christenenen en Joden, we zien geen ander volk dan de christenheid zich uitstrekken naar Israel. Zouden de tien verloren gewaande stammen van Israel dan echt in de kerk terecht gekomen zijn? De bijbel geeft veel informatie hierover,net als de actualiteit. Wij mogen deze boodschap onder christenen en Joden bekendmaken en doen dat in Nederland en Israel.

In de Bijbelse verhalen zelf,of liever in de uitleg mbt Juda / Efraim vind u meer informatie over:

Wie en wat is Efraim, hoe kan ik weten een efraimiet te zijn, in welke fase zijn we m.b.t. de tekst uit Ezechiel 37,15-21 het éénworden van Juda en Efraim?

Omdat er al langere tijd verschillende mensen met de verspreiding van deze kennis bezig zijn plaatsen we hier op de startpagina van elk van hun een bijbelstudie. Als u op deze startpagina de verschillende titels aanklikt openen de stukken vanzelf.

Op de nieuwsblog leest u over de voortgang van het Efraim huis in Jeruzalem,de ontwikkelingen in de groei van het werk en over de mensen die hierbij betrokken zijn. Er zijn zowel in Nederland als in Israel nog meer mensen nodig bij dit werk. De Heer Zelf zal ook daarin voorzien zo weten wij.

Mocht dit alles u aanspreken, spreekt u dan aub ook met de Vader over de broers en zusters die dit alles nog niet begrijpen en of weten?

Neemt u gerust contact met ons op als u vragen heeft, daar zijn we voor.

We hebben niet alle antwoorden,maar willen er graag met u samen naar zoeken.

 

Veel Zegen, Henk Vermeule.

 
 
 
 
 
 
 

 

 
 
                   
 
 
 
 
 

 

Nieuwe lijst

De lijst is leeg.

Iris Bouwman en Janny Holster over Juda en Efraim

27-12-2015 13:36

(Deze twee zussen in de Heer zijn al jaren bezig en ontwikkelden verschillende studies,studiemappen en geven "Profetische miniconferenties" in Nederland en ver daarbuiten. Hun verhaal dat hier staat is zeker nog niet compleet en word zo spoedig mogelijk aangevuld. Het betreft hier twee  nieuwsbrieven van hen met daarin een heldere kijk op Juda en Efraim. De nieuwsbrieven zijn gemaakt na twee verschillende reizen waaraan zo'n 20 mensen meededen. Juist "hun" verhaal,en hetgeen de Heer Iris al eerder openbaarde over Juda en Efraim..Het lezen zeker waard! Ter aanvulling; de foto's en andere afbeeldingen uit deze nieuwsbrief zijn niet afgebeeld op deze pagina. Wij moedigen u aan zelf contact op te nemen met hen,de gegevens staat terloops vermeld.

Wij willen op elke manier "concurentie" tegengaan. Al die verschillende eilandjes (schaaps stalletjes) zullen uiteindelijk toch tot één nieuwe mens worden,goed om daar vast in te wandelen. Er was bij de 1e nieuwsbrief niet echt een introductie,deze begint dan ook met de profetische kaart van de reis.red.)

Hun website:  www.judahandephraim.net/
 

Profetische kaart van de reis. Soms moet je met andere ogen naar de kaart kijken. Tijdens de reis bezochten we vier gebieden met een profetische betekenis, waar we in dit verslag over zullen vertellen. Iemand zei tijdens de reis, hier is over nagedacht, doelende op de ontmoetingen in de verschillende plaatsen, die we bezochten. Inderdaad hebben we ons laten inspireren door de Ruach HaKodesh (Heilige Geest) toen we het programma samenstelden. Ook al hadden we geweldige gidsen in Hanoch, Mickey, Eitan, David ……, die allemaal op hun eigen wijze bijdroegen aan de nieuwe Bijbelse inzichten die we kregen, zowel wat betreft het land als het volk, blijft het ons verlangen dat God onze gids zal zijn.

 

Er is een relatie tussen Judea en Samaria, en er is een relatie tussen de Woestijn en Jeruzalem, of tussen Jeruzalem en de Woestijn. Zowel de plaatsen als de mensen die er wonen (of geroepen worden om er te wonen), spelen een rol in Gods plan. De zandloper geeft aan dat de tijd loopt. Met het oog op de tijd is het belangrijk om Gods plan te begrijpen en welke rol Israël daar in speelt. Daar sprak Hij al over toen Iris elf jaar was. Nu zien we gebeuren wat Hij toen begon uit te leggen. Daarom is het goed om regelmatig in het Land te zijn, zodat we als “zieners”, zien wat God te zeggen heeft (Hab.2:1). Hier begint het verslag van wat we gezien, gehoord en geleerd hebben.

 

Judea is het erfdeel van Juda, maar de Joden die er nu wonen, zijn waarschijnlijk nakomelingen van alle twaalf stammen. Omdat Juda de scepter heeft behouden, ondanks Jodenvervolging en pogingen om het hele volk uit te roeien, regeert Juda in geheel Israël. Maar Judea is een belangrijk gebied rond Jeruzalem, en het behoud van Jeruzalem was en zal waarschijnlijk weer bepaald worden door de mensen die stand houden in Judea.

 

Dat was al zo bij de oprichting van de Staat Israël, wat we zo duidelijk hebben mogen zien bij de Sound en Light Show in Kfar Etzion, en ook gezien hebben in Oz VeGaon, waar een nationaal park ontwikkeld wordt in herinnering aan de drie jongens die vermoord zijn, wat de aanzet was tot de laatste oorlog tegen Hamas in Gaza. Zoals in de betekenis van de naam van het park, heeft Juda de moed en het vermogen om stand te houden, tegen alle verwachtingen in, ondanks de prijs die ze soms moeten betalen voor hun volharding. Wie zijn deze Joden, die zo volharden?

 

De meeste Joden in de nederzettingen zijn orthodoxe Joden, die de Thora lief hebben en er naar leven. In de ouders van de omgekomen tieners, maar ook in Rabbi Glick, die een aanslag op zijn leven overleefde, en vele anderen, zien we een voorbeeld van een waarachtige Jood, besneden van hart, die ons tot jaloersheid verwekt, en doet zeggen: “Wij gaan met u mee, want wij hebben gehoord (en gezien) dat God met u is” (Zach.8:23). Het zijn juist deze Joden, die beginnen te begrijpen wie wij zijn: Efraïm die uit de kerk tevoorschijn komt …….

 

Hoe komt het dat Messiaanse Joden dat nu juist niet begrijpen? Komt dat omdat wij als gelovigen in Yeshua vaak een scheidingslijn trekken tussen het Oude en Nieuwe Verbond? Het valt mij op dat in ons teruggaan naar onze Joodse wortels, we er naar verlangen dat de gemeente zal worden zoals als het was in de tijd van de Apostelen. Het is ontegenzeggelijk zo dat de komst van Yeshua een grote omkeer en verandering heeft gebracht. Petrus probeerde dat uit te leggen aan het toenmalige Israël. Hij roept zijn volksgenoten op tot bekering en legt uit dat Yeshua in de hemel moet blijven totdat de tijd van het herstel van alle dingen aanbreekt (Hnd.3:19-21). Petrus vergelijkt Yeshua met de profeet die na Mozes zal komen en waarschuwt dan, dat degene die niet naar deze profeet hoort, uit het volk uitgeroeid zal worden. Als je dit snel leest kan je tot de conclusie komen, dat al de Joden die niet in Yeshua geloven niet meer bij het volk horen. Dat deed me kijken naar de oorspronkelijke tekst in de Thora, waar in Deuteronomium 18:19 staat dat God van zo'n persoon rekenschap zal vragen. Dat is een behoorlijk verschil met uitgeroeid worden uit het volk. Waarom zei Petrus dat niet? Of betrok hij hierin de vele andere gedeelten in de Thora over besnijdenis, de Sabbat, Pesach e.d. waar wel gesproken wordt over uitgeroeid worden?

 

Waarom wordt hier in de oorspronkelijke tekst gesproken over "rekenschap"? Dit komt namelijk van de stam "drash", wat eigenlijk doorvragen of ondervragen betekent. Hier is het woord “midrash” van afgeleid, een Joodse manier van Bijbel onderzoek. Het is soms nodig om door te vragen. Dat is wat ook tijdens deze reis gebeurde. Is dit inderdaad het best bewaarde geheim, of de grootste misleiding van deze tijd? Hoewel er tijdens deze reis bepaalde dingen duidelijk zijn geworden, zijn de meesten waarschijnlijk met meer vragen naar huis teruggekeerd, dan toen ze vertrokken. Maar als het goed is komen die vragen van God. Het is verreweg het beste om met Hem te “midrashen”.

 

Als Christenen (en als Joden) zijn we geneigd om met onze vragen naar de voorgangers of de rabbi's te gaan. We zoeken naar antwoorden. Die antwoorden zijn dan de basis van "onze theologie" die onze religie onderbouwt, maar volgens mij onze relatie met "Theo" ondermijnt. Misschien gaan we tegenwoordig ook bij anderen te rade, iemand met een grote bediening, of iemand die goede boeken heeft geschreven. Hoe vaak zeggen we niet, even als een voorbeeld, Bart (Repko red.)zegt dit en Bas (van Twist red.)zegt dat, maar Iris zegt weer wat anders. Een van de mijlpalen langs de Weg van de Aartsvaders Nu ons hart terug gebracht wordt naar het hart van de vaders, ontdekken we geestelijke mijlpalen, die de weg markeren naar het geheimenis van het herstel van Israël. In Gush Etzion leren we over de pioniers van Juda en worden we diep geraakt op de plaats, waar de laatste strijders in Judea vielen, toen ze vochten voor het behoud van Jeruzalem. Niet ver daar vandaan vallen vandaag nog steeds slachtoffers. In Oz VeGaon worden we herinnerd aan de moed en het doorzettingsvermogen van Juda. We worden toegesproken door Nadia Matar van Women in Green en een lid van de Knesset. 4 Lorem Ipsum Dolor Lente 2016 Wat wij het liefst doen is de mooie puzzelstukjes die wij gevonden hebben, laten zien en ze voor de ogen van de mensen aan elkaar voegen, zodat ze hopelijk ineens, net als wij, het plaatje gaan zien. Do you get the picture? We zien dus in Juda dat de groep van wie je het niet zou verwachten, wel begrijpt wie we zijn en er zelfs met elkaar over spreken. Want hoe moet je nu eigenlijk met die Christenen omgaan, die misschien niet meer de naam gebruiken, maar toch nog wel in die Jezus geloven, die ze nu Yeshua noemen? Rabbi Jeremy Gimpel spreekt er over bij de “Voice of Israel”.

 

https://soundcloud.com/voiceofisrael/inspired-nov04- 2014?utm_source=Are+You+a+Lost+Soul+Radio%3F&utm_campaign= voice+of+israel+1&utm_medium=email

 

Hij spreekt misschien wel vrij snel in het Engels, maar alle interviews zijn zeker de moeite waard om naar te luisteren. Het thema is “Are you a Soul from the Lost Tribes of Israel?

 

Op dit moment zijn het juist de Messiaanse Joden, die niet begrijpen, dat de gelovigen uit de volken zich identificeren met Efraïm. Is dit het best bewaarde geheim dat God in deze tijd openbaart? Dat brengt ons bij het erfdeel van Efraïm: Samaria, waar we nog meer leerden over de geschiedenis van Efraïm en hoe belangrijk het is die te kennen. Toen we als groep op de berg Gerizim, de berg van de zegen, stonden en neer keken op Sichem, werden we niet alleen herinnerd aan het visioen dat Hanoch daar zag, maar ook aan Jozef die Sichem als erfdeel kreeg van Jacob (= Israël), nadat hij Efraïm de zegen van de eerstgeborene had gegeven en hem beloofde een volheid van volken te worden (Gen 48:22). Dit werd door Jozua bevestigd toen de beenderen van Jozef daar begraven werden (Joz.24:32). In Sichem sloot Jozua een verbond met het volk en waarschuwde hen dat ze getuigen zouden zijn tegen zichzelf, als ze God zouden verloochenen (Joz.24:17-27).

 

Zo wordt vaak de discussie of de dialoog gevoerd. Zo kwamen ook sommige vragen uit de groep. Een van die vragen bracht de mening van Bob Fisher ter sprake. Deze Messiaanse Jood heeft verscheidene goede boeken geschreven, waarin hij ingaat op, zoals hij het noemt, “de bizarre claim van de zogenaamde verloren tien stammen”. Wat mij opvalt in zijn boek is dat hij een sterke etnische scheiding maakt, en alleen de geestelijke eenheid in Yeshua benadrukt. Als dat zo is, is dan de rol van Israël alleen een fysieke rol? Dit benadrukt het verschil tussen natuurlijk Israël (de Joden) en de gemeente, waar zowel Jood als niet Jood toe behoren als ze in Yeshua geloven. Als Israël Gods volk is, wie zijn wij dan? Heeft God een apart plan met de gemeente en een ander plan met Israël? Hoe zit het dan met de Messiaanse Joden, horen die aan de ene kant bij Israël, maar ook bij de gemeente? Of heb je een geestelijk en fysiek Israël? Dit zijn allemaal vragen, en er zijn er waarschijnlijk meer, die dan opgeroepen worden.

 

Vanaf het moment dat ik de rol van Efraïm ben gaan zien in relatie tot Juda, ben ik ook de rol van Israël gaan begrijpen. Het is net of dan alle puzzelstukjes in elkaar beginnen te vallen. Maar omdat we nog niet alle puzzelstukjes bij elkaar hebben, en de één meer ziet in dit stukje dan de ander, of omdat sommige puzzelstukjes vaag geworden zijn, zien we nog niet het hele plaatje. Ik moet denken aan dat spelletje van vroeger op de TV "Get the picture". Hoewel je nog niet alle stukjes kon zien, begreep je toch wat het plaatje voorstelde. Je zou kunnen zeggen, ik zie het geweldige Meesterplan van God ontvouwen, maar de puzzel is nog niet compleet. Helaas is er nog veel onenigheid over hoe het plaatje er uiteindelijk uit gaat zien. Een man als Bob Fisher heeft een heleboel goede puzzelstukjes bij elkaar gebracht, maar de stukjes die wij bij elkaar mogen brengen ziet hij nog niet. Als hij even over zijn schouder kijkt en onze stukjes met zijn stukjes vergelijkt, heeft hij het idee dat het niet gaat passen. Zijn conclusie is dat wij de stukjes verkeerd aan elkaar passen of misschien zelfs verkeerde stukjes hebben gevonden. Mensen kunnen soms zo overtuigd zijn van de stukjes van de puzzel die zij gevonden hebben, dat zij niet begrijpen dat andere mensen andere puzzelstukjes van de Heer hebben gekregen, waar ze mee aan de slag moeten.

 

(Het stukje hierboven over de “puzzelstukjes” mag gezien worden als een van de overwegingen die geleid hebben tot het samenbrengen van de verschillende (Nederlandse) stukken over deze materie. Zoals bekend zijn er juist de laatste decennia wereldwijd mensen mee bezig. Dit “bijeen-vergaren” van het huis van Efraim uit “babylon” (zie het boek van Wim Verwoerd) of uit de “kerk” zo u wilt,lijkt een onderdeel van het herstel van alle dingen zoals in Handelingen 3 aangekondigd red..)

 

Op de berg Ebal, de berg van de vloek, werden we er aan herinnerd, dat ook al verloochen we God en komen we onder de vloek, er altijd verzoening mogelijk is. Jozua, die ook wat betreft zijn naam een beeld is van Yeshua, bouwde niet een altaar op de berg van zegen, zoals vaak gedacht wordt, maar op de berg van de vloek (Joz.8:30-35). Hierbij waren niet alleen geboren Israëlieten aanwezig, maar ook vreemdelingen, of met andere woorden, de gehele gemeente van Israël. Eigenlijk zie je hier al een voorbeeld van zoals God de gemeente ziet: gans Israël! Daarom schrijft Paulus, dat als de volheid van de volken binnengaat en de verharding van de rest van Israël wordt weggenomen, ZO gans Israël behouden zal worden (Rom.11:25-26). Het is dus niet Israël en de gemeente, maar Israël is de gemeente. Dit geheimenis, hoe Israël weer hersteld zal worden, begon de Heer al te ontvouwen toen Israël de eerste keer het Beloofde Land binnenging, geleid door Jozua van de stam Efraïm, en Kaleb van de stam Juda. Maar Israël viel uiteen. Dat werd nog eens benadrukt toen we door Mickey, onze gids in Samaria, meegenomen werden naar Peduel, waar een mooi uitzichtpunt is, dat ook wel het “balkon van Israël” wordt genoemd. Wat zagen wij daar? Mickey wees ons op een Arabisch dorp, dat gebouwd is op de historische plaats Sereda. Daar komt iemand vandaan die heel belangrijk is in Gods plan met Efraïm, namelijk Jerobeam, een Efraïmiet uit Sereda (1 Kon.11:26). Toen hij onderweg was van Jeruzalem, ontmoette hij de profeet Achia die hem bekend moest maken dat hij koning zou worden over 10 stammen van Israël, die later het huis van Israël of Efraïm genoemd werden. Tijdens de ontwikkelingen die daarop volgen zegt God, dat deze zaak door Mij is geschied (1 Kon12:24). Dat wil niet zeggen dat alles wat daarna gebeurd is in het noordelijk koninkrijk van Israël, Gods wil is. Uiteindelijk heeft de goddeloosheid van Efraïm geleid tot een verstrooiing (als zaad) onder de volken. Dat was wel Gods wil en Zijn manier om uiteindelijk Efraïm als een oogst uit de natiën terug te brengen bij Israël.

 

Dat is misschien wel het best bewaarde geheim dat in deze tijd geopenbaard wordt, totdat bij de laatste bazuin het totale geheimenis van God, zoals Hij aan de profeten heeft verkondigd, vervuld zal zijn (Opb.10:7). Hoe belangrijk is het om onszelf met Efraïm te identificeren? Is het slechts een metafoor, die in het Nieuwe Verbond eigenlijk niet met name wordt genoemd? Dit zijn allemaal vragen die tijdens de reis naar voren kwamen en waar in de vervolg discussie, misschien beter dialoog genoemd, verder over gesproken werd. Om te beginnen wil ik, naast dat we Bob Fisher aanhaalden als voorbeeld van een reactie van een Messiaanse Jood, nu iemand aanhalen uit “Efraïm”.

 

Lente 2016 Victor Schlatter is een briljante denker en schrijver (Janny vindt het vreselijk om hem te lezen), die op een heel bijzondere wijze je kan prikkelen met de waarheid en daardoor voor mij heel bevestigend en overtuigend is. Maar hij is geen apologeticus, zoals Bob Fisher. In zijn boeken komen de geestelijke en fysieke wereld bij elkaar. In zijn eerste boek "Where is the body", schreef hij al over Juda en Efraïm, waar ik toen heel blij mee was. Zijn laatste boek is "Genetically Modified Prophecies" en daar komen alle "verloren stammen" ook weer in terug, terwijl zijn focus niet alleen gericht is op de fysieke afkomst, maar hij net als ik, het geestelijke en fysieke kan verenigen. Daardoor word je niet afhankelijk van je fysieke afkomst als aanvulling (soms voorwaarde) van je geestelijk redding (met alle gevolgen van dien, die we in de Efraïm beweging zoveel zien), maar ga je zien dat de fysieke wereld, de hele schepping dus, een metafoor is van de geestelijke wereld.

 

Daardoor gaan we Gods meesterplan leren begrijpen, zonder dat we daarvoor van de boom van kennis van het goed (en kwaad), dat zich in deze wereld ontwikkeld heeft, hoeven te eten (b.v. je DNA te laten bepalen om te bewijzen dat je er bij hoort). Hoewel Victor Schlatter op wetenschappelijk gebied van een heel ander kaliber is dan wij, zijn er toch overeenkomsten, zowel in de inzichten in Gods plan en de rol van Juda en Efraïm, als het feit dat wij allebei zendelingen geweest zijn op hetzelfde eiland. Hij in Papua New Guinea en wij in West Papua! (Zijn website is: https://www.spim.org.au/books)

 

Welke rol speelt ons DNA in Gods plan met Efraïm? We geloven niet dat het Gods bedoeling is dat we daarmee kunnen bewijzen dat we afstammen van Efraïm (of een van de andere stammen), maar het is een manier die Hij gekozen heeft om via Abraham de aarde te vullen met Zijn beloften. Dit fysieke zaad is in staat om geestelijk bevrucht te worden. Dit zien we ook bij de bevruchting van Yeshua. Als we tot geloof komen, vindt er een geestelijke bevruchting plaats in onze vleselijk mens, waarin misschien nog maar een heel klein deel van het DNA van Abraham aanwezig is (na eeuwenlange vermenging), waardoor we wedergeboren worden uit onvergankelijk zaad. Dat is hetzelfde (geestelijke) "zaad" waardoor Yeshua is geboren. Die geestelijke geboorte kennen we allemaal en daarom hebben we onszelf op een gegeven moment "Wedergeboren Christenen" genoemd. Maar die naam is voor sommigen niet meer juist of niet duidelijk genoeg.

 

Omdat we zijn gaan ontdekken dat we geënt zijn op de Edele Olijfboom, beginnen we iets meer te begrijpen over de "volheid van de heidenen" en noemen we ons soms de "gelovigen uit de volken", misschien ook om geen aanstoot te geven aan Juda. Maar ons geënt zijn is eigenlijk alleen nog maar een geestelijke ervaring. Totdat we gaan beseffen dat ons DNA toch op een of andere manier een rol speelt, als we in aanraking met Juda komen, voor wie DNA heel belangrijk is. In sommige gevallen krijgt dat de overhand en wordt er op allerlei manieren gezocht naar "bewijzen" om bij de familie te mogen horen. Dat heeft ook de overhand gekregen bij degenen die iets ontdekt hebben van het geheimenis van Gods plan met Efraïm, waardoor het geestelijke aspect van dat plan soms verloren gaat of minder belangrijk lijkt te worden. Maar het zijn juist die twee aspecten die God telkens in Zijn Woord en in de schepping laat zien. Maar hoe belangrijk is het om onszelf Efraïm te noemen? Je zou kunnen zeggen, dat is de kant van de familie waarin wij wedergeboren zijn. Er heeft een bevruchting plaatsgevonden in het afgewezen deel van Abrahams familie. Lo-Ruchama is Ruchama geworden in Hosea's gezin. Hosea, eigenlijk bijna dezelfde naam en betekenis als Yeshua, is aan de ene kant een beeld van de Vader van het gezin, maar aan de andere kant ook een beeld van onze verlosser. Opmerkelijk is dat het woord Lo-Ruchama, niet geliefd, is afgeleid van het woord "racham" voor baarmoeder, de plaats waar het zaad bevrucht wordt. waardoor we gaan beseffen dat we wel geliefd zijn en wel bij Zijn volk horen. Daar is geen DNA test voor nodig! Terwijl het fysieke DNA toch een rol gespeeld heeft in het verspreiden van het zaad (en daarin Zijn beloften) onder de volken. Voordat we echt de naam Efraïm kunnen gebruiken, moeten we eerst goed begrijpen dat deze naam niet gaat om slechts een van de nakomelingen van Jacob, maar dat het de verzamelnaam is (Jozef betekent verzamelen!), die God gekozen heeft om aan ons te laten zien hoe Hij Zijn volk, zijn familie, waarin Hij zelf als redder geboren is, weer bij elkaar gaat brengen. Als Jeremia zegt dat Efraïm met zichzelf bekend gemaakt moet worden (Jer.31:19-20 HSV) en door de Vader Zijn lievelingskind genoemd wordt, zou je zeggen dat de naam toch wel belangrijk is. Er zit ook een diepere betekenis in de naam, want het verwijst naar een grote oogst, wat alles te maken heeft met het zaad dat God onder de volken gezaaid heeft. (Hos.1:11)

 

Dan blijft er de vraag, waarom Yeshua en de apostelen hier niet expliciet over spreken? Zij gebruiken volgens mij andere metaforen of gelijkenissen, die hier wel mee overeenkomen, zoals b.v. de gelijkenis van de Verloren Zoon. Iemand uit de groep haalde aan dat Paulus ons vergelijkt met Joden die besneden zijn van hart. Toch worden we daar alleen maar mee vergeleken, omdat hij ons op andere plaatsen als “heidenen” (goyim) aanspreekt. Hoewel zij Efraïm niet noemen, halen zowel Paulus als Petrus aan dat wij eerst niet geliefd waren en nu wel geliefd zijn en dus duidelijk de connectie leggen tussen de gelovigen uit de volken en het afgewezen Efraïm (Rom.9:24-26 & 1 Pet.2:9-10). Petrus noemt ons zelfs een koninklijk priesterschap, daarmee verwijst hij naar Israël dat bij de berg Horeb aangenomen werd als een heilig volk, een koninkrijk van priesters (Ex.19:6). Het wonderlijke is dat Petrus dan verder gaat en zegt: Geliefden, ik vermaan u als bijwoners en vreemdelingen ...... (v.11).

Hier zie je dat ondanks dat we deel zijn geworden van het volk, we nog gezien worden als bijwoners. Hoewel Paulus in de brief aan de Efeziërs ons duidelijk maakt dat wij mede-erfgenamen geworden zijn, zegt hij eigenlijk niet dat we opnieuw deel hebben gekregen aan de beloften. Dat is eigenlijk altijd het woordje dat ik daar mis. Maar misschien zijn we na zoveel generaties zo vervreemd dat er van een opnieuw geen sprake meer is. In de brief aan de Galaten spreekt Paulus niet zozeer over onze identiteit, maar meer over onze positie. We zijn geen slaven meer! We zijn verlost van de vloek, waar de Thora ons van bewust gemaakt heeft. Als we waarlijk vrij zijn wordt de wet op ons hart geschreven, dat is wat Paulus ook zegt in 2 Cor.3:3 en daarmee refereert hij, zonder het duidelijk te zeggen, aan Jeremia 31:31-33 en de hele boodschap, die daar wordt beschreven. Daar wordt ook gesproken over het kennen van YHWH. Iedereen zal Hem kennen, dus hebben we steeds minder de bevestiging van onze broeders nodig.

 

De zalving die op ons is, onderwijst ons over alle dingen (1 Joh.2:27). Zijn alle gelovigen (wedergeboren Christenen) dan Efraïm? Ik geloof niet dat we kunnen stellen dat Efraïm staat voor alle gelovigen uit de volken (natiën/heidenen, afhankelijk van welke vertaling je kiest voor goyim). Er wordt duidelijk gesproken over een volheid, dus een "aantal" dat een leegte vult. God wil Israël even talrijk maken als wat het geweest zou zijn als ze niet uit elkaar gevallen was (Hosea 1:10).

 

We zien ontegenzeggelijk dat onder Christenen niet iedereen dezelfde liefde heeft voor Israël. Ik denk dat je net als een kind dat geadopteerd is, wilt weten wie je oorspronkelijke familie is. Daarom ga je op een zoektocht. Het is duidelijk dat de Geest ons leidt in die zoektocht en dat God een beweging begonnen is, die Zijn familie weer zal herenigen. Dat is het grote geheimenis wat we nu vervuld zien worden. Juist omdat Efraïm gezien wordt als een "selecte" groep, komt er veel weerstand en voedt dit het idee, dat dit een soort nieuwe vervangingstheologie is. Als we dan van theologie zouden moeten spreken, zou je het beter een "aanvullingstheologie" kunnen noemen. Maakt God dan onderscheid onder de gelovigen? Ik geloof dat Hij dat doet. Ten eerste is een betere beschrijving van een selecte groep, een heilig, apart gezette groep. In de Bijbel staat dat velen geroepen zijn, maar weinigen uitgekozen (Mat.22:14). Petrus zegt dat wij onze roeping en verkiezing moeten bevestigen (2 Pet.1:10), misschien is dat wat God op dit moment van ons vraagt. We kunnen het bevestigen door studie, door geïnstrueerd te worden, maar ook door gehoorzaam te zijn. Sommigen worden al geroepen om in het land te wonen, terwijl anderen moeten wachten op “marsorders”, zoals iemand het in de groep verwoordde.

 

Is het echt de bedoeling dat wij als Efraïmieten in het grotere Israël gaan wonen en dus ook “aliyah” dienen te maken?

 

Ik geloof niet dat we allemaal op dezelfde wijze als Juda “aliyah” moeten of kunnen maken. Ik denk niet dat het puur een persoonlijke keuze of voorkeur mag zijn om in Israël te gaan "wonen". Ik denk dat het heel belangrijk is, dat we heel gericht naar Gods instructies luisteren. Ik geloof niet dat we zoals sommige rabbi’s suggereren, een soort "re-covenanting" moeten doen, want dat proces is al begonnen toen we door bekering en wedergeboorte deel kregen aan het Nieuwe Verbond. Als we dat zouden doen, verloochenen we Yeshua.

 

Ik geloof ook niet dat ons DNA bepalend is voor onze terugkeer naar de familie, maar het speelt wel een rol in Gods plan. Toen ik zelf nadacht over de mogelijkheid om “aliyah” te maken, sprak God tot mij en zei, Iris, zou jij graag een inwoner willen zijn van de Staat Israël? Toen realiseerde ik me, dat ik alleen maar verlang dat het Koningschap teruggeven zal worden aan Israël, en dat ik deel wil uit maken van dàt Koninkrijk. Voor mij op dit moment dus geen “aliyah”, terwijl ik geestelijk allang "aliyah" gemaakt heb.

 

Is het belangrijk dat Efraïm zich verenigd?

 

Na de reis hebben we gezien dat mensen elkaar willen opzoeken om door te praten over deze dingen. Maar eigenlijk willen we geen van allen een nieuwe denominatie of beweging starten. Deze beweging is door God zelf tot stand gekomen. Dat was al zo toen er scheiding kwam tussen Juda en Efraïm in de tijd van Jerobeam, en dat is volgens ons nu ook zo ten tijde van het herstel. Hoewel wij oorspronkelijk openstonden om deel te nemen aan een Efraïm Nationaal Congres, heeft de Heer ons daar van weerhouden. Dat begon met een tekst uit Hosea 13:12-13, waar staat: "De ongerechtigheid van Efraïm is gebundeld, zijn zonde is opgeborgen. Barensweeën zullen hem overkomen, maar hij is een kind zonder verstand, als het zijn tijd is, vertoont hij zich niet, wanneer de schoot zich voor kinderen ontsluit (HSV)." We vroegen ons af is Efraïm klaar om geboren te worden, met name als volk? Of brengen we dan een "Ismaël" voort? Dit deed ons denken aan een andere tekst over barensweeën: "Wij waren zwanger, wij krompen ineen, maar het was als baarden wij wind. Wij brachten het land geen verlossing aan en wereldbewoners werden er niet geboren (Jes.26:18). Vanuit de dialoog met de groep werd ook Jesaja 37:3 genoemd, waar staat: “Kinderen zijn aan de geboorte toe, maar er is geen kracht om te baren.” Daar werd nog de volgende opmerking aan toegevoegd: Ik denk dat de vrouw in barensnood tot ons spreekt, dat we werkelijk en oprecht God moeten vragen om leiding in de beweging van Efraïm.

 

We hebben gezien dat veel leiders, die teruggekeerd zijn naar de Hebreeuwse wortels van ons geloof, hun eigen ding zijn gaan doen en eigenlijk terugkeren naar waar ze uit voortgekomen zijn (religie). Alleen gebruiken ze nu andere namen.

 

Door mensenhanden gemaakte bouwwerken zijn gevaarlijk - we hebben zoveel fouten achter ons gelaten - laten we niet weer dezelfde fouten maken. Hoewel de meesten van ons zien dat het Gods hand is, die Juda teruggebracht heeft naar het Beloofde Land, zijn we het er allemaal waarschijnlijk over eens dat de Staat Israël niet de vervulling is van de beloften van het herstel van Israël.

 

Vanuit de profetieën in de laatste hoofdstukken van Ezechiël (vanaf 34) weten we dat zij/wij terug zullen keren en dat er dan bepaalde dingen in het Land zullen gebeuren. Ten dele is dat ook vervuld, zeker wat betreft Juda, maar Israël is nog niet compleet. Is dat een reden om het voorbeeld van de terugkeer van het Joodse volk te volgen, zoals indertijd in werking is gezet met het eerste Zionisten Congres?

 

We begrijpen aan de ene kant dat dit een bron van inspiratie kan zijn voor Efraïm, maar moeten we aan de andere kant niet in de wegen wandelen die de Heer ons laat zien? Voor mij klinken daar dan de woorden: "Nog eenmaal zal Ik een weg banen door de woestijn." Moeten we niet oppassen dat, net als volgens Joodse traditie Efraïm voortijdig uit Egypte vertrok, dat we nu, ook voor de tijd door Hem bepaald, in actie komen? En wat voor actie? Dit zijn een aantal actie punten die genoemd worden: • Definiëren van een volksverklaring • Ontwikkelen van het nationale bewustzijn • Creëren en onderhouden van een wereldwijd netwerk van het huis van Jozef • Ontwikkelen van media relaties om “Efraïm” bekend te maken aan het grote publiek • Formuleren, aannemen en uitvoeren van gouvernementele principes • Opzetten en beheren van een Nationaal Fonds • Opzetten en onderhouden van een ambassade in Israël • Creëren en onderhouden van administratieve commissies voor overheidsfuncties Wij willen niemand tegenhouden om deel te nemen aan dit congres, dat met Shavuot in Israël gehouden wordt.

 

Als de Heer het op je hart legt om te gaan, moet je dat zeker doen. Maar we willen toch een paar kanttekeningen plaatsen om jullie hierover na te laten denken. Wat ons verder opviel in de uitnodiging is, dat in het komen tot een "volksverklaring" (nationhood) er wel een Bijbelse basis moet zijn, maar dat tijdens het congres niet gesproken mag worden over de verschillende theologische opvattingen. Aan de ene kant begrijp ik dat, want Efraïm is enorm verdeeld en discussie zou die verdeeldheid alleen maar benadrukken. Maar we missen hier iets van het samen vinden van een Bijbelse fundering. De punten die o.a. voor discussie genoemd worden, zijn volgens ons zo gericht op deze wereld, of je zou kunnen zeggen op de boom van kennis van goed (en kwaad), dat we de reden missen waarom God Juda en Efraïm wil herenigen, zodat de volken zullen weten dat Hij Yahweh is (Ez.37:28). Daarbij denken we ook aan de woorden van Yeshua: “Mijn koninkrijk is niet van deze wereld”. Moeten we als Efraïm dan deel worden van dit wereld systeem of van de nieuwe wereld orde, om één te worden met Juda?

 

Hoewel wij, van eerst Lo-Ammi geweest te zijn, nu bewust zijn dat we tot Gods volk behoren (Ammi, zegt Hij tegen ons), geloof ik niet dat we een "ander" volk moeten creëren, want dat is eigenlijk wat we doen met het stichten van een Ambassade van Efraïm in Israël. Ik geloof zeker dat de oprichting van de Christelijke Ambassade door God geïnspireerd was, maar dat het ook duidelijk heeft gemaakt dat de Christenen een ander volk zijn dan de Joden, want een Ambassade vertegenwoordigt een ander volk, een ander koninkrijk. Door een Ambassade te stichten van Efraïm, zeggen we eigenlijk, wij behoren bij een ander volk. Als we bij wijze van spreken daar ook nog een regering aan verbinden (in ballingschap), die de belangen van dat volk behartigt, komen we dichtbij de manier waarop de Palestijnen hun belangen willen behartigen. Hoe ver die belangen ook uit elkaar liggen, er zijn overeenkomsten, want ook Efraïm wil terugkeren naar zijn erfdeel. Zal Juda begrijpen dat dit anders is? Als je er verder over nadenkt, is dit de weg van de wereld volgen. Eigenlijk hoeven we geen nieuwe natie te stichten, maar zijn we het verloren deel van het volk van God dat bewaard is gebleven, zodat we op Israël geënt kunnen worden. Omdat we, zoals we al eerder zeiden, geloven dat er niet alleen geestelijke aspecten een rol spelen, maar ook fysieke aspecten, moeten we ons naar God keren en Hem vragen hoe Hij net als aan het begin, een volk bij elkaar heeft gebracht.

 

Dat begon met de uittocht uit Egypte en geschiedde in de woestijn bij de berg Horeb. Maar nu, zegt Paulus, zijt gij genaderd tot de berg Sion, tot de stad van de levende God .... Zie dan toe, dat gij Hem die spreekt, niet afwijst ...... Nog eenmaal zal ik niet slechts de aarde, maar ook de hemel doen beven ....., omdat wij een onwankelbaar koninkrijk zullen ontvangen (Hebr.12:22-28). Dat is waar Juda ook naar verlangt, de komst van de Messias en het herstel van het Koninkrijk van God op aarde. Yeshua heeft ons geleerd daar voor te bidden. Dat is waarom ik het niet erg vind, dat ik geen "aliyah" kan maken, want eigenlijk wil ik geen deel worden van de Staat Israël, ik verlang naar Zijn koninkrijk! In dat verlangen, verlang ik één te worden met Juda. Als dat verlangen onder Efraïm sterker wordt en door Gods woord gevoed wordt, zal er een geweldige wedergeboorte van een volk plaatsvinden, groter dan wat in 1948 gebeurd is. Het zal het herenigde Israël zijn, zoals God het bedoeld heeft (Jes.66:6-9 en alle andere dingen die hij daar over zegt)!

 

 

Wat zou Efraïm dan wel moeten doen? Sommigen denken dat er al veel vruchten zijn voortgebracht onder de volken en dat het nu tijd voor Efraïm is om tevoorschijn te komen als één volk. Maar als we dit werkelijk onderzoeken (zoals sommigen van jullie gedaan hebben) dan zie je dat Efraïm nog erg verdeeld is in de verschillende continenten, ook al beseffen we dat dit geheimenis op dit moment aan de gelovigen onder de volken geopenbaard wordt. Misschien dat daarom de tekst van Jeremia, dat Efraim met zichzelf bekend gemaakt moet worden (31:19), zo vaak genoemd is tijdens onze reis. Op dit moment geloven we, dat we ons moeten bezighouden met de instructie van Efraïm, zodat het zaad dat onder de volken is gezaaid tot wasdom kan komen. We zouden niet willen dat het zaad dat is opgekomen vroegtijdig verdort, maar willen graag zien dat het in goede grond vrucht zal voortbrengen. Dan zal volgens Hosea de dag van Jizreel (= God zal zaaien) groot zijn, als de kinderen van Juda en de kinderen van Efraim bijeengebracht worden, en één hoofd over zich zullen stellen (Hos.1:11).

 

Voordat dit gebeurt, voorspelt Hosea, zullen de zonden van Efraïm weggeborgen of letterlijk gebundeld worden en zullen ze moeten boeten vanwege hun weerspannigheid. Zelfs als ze denken vrucht voort te brengen of op te bloeien tussen broeders, zal de Heer toch een oostenwind zenden, die hun bron zal doen opdrogen (Hosea 13:12-16). Efraïm heeft de straf gedragen voor zijn ongerechtigheden, wat in wezen ons tot zegen is geworden. Dat doet mij denken aan een tekst van Paulus, dat God alles doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens Zijn voornemen geroepenen zijn (Rom.8:28). De straf van 390 jaar voor hun ongerechtigheid (Ez.4:4-5) werd verzevenvoudigd (Lev.26:18). De ballingschap van Efraïm onder de natiën heeft 390x7 jaar geduurd. Dat betekent dat 2730 jaar nadat ze zijn weggevoerd (rond het jaar 720 v. Chr.) en vermengd zijn onder de volken, èn veel vrucht hebben voortgebracht, de tijd is aangebroken om terug te keren! Daarom spreken zowel Jeremia als Hosea over de bekering van Efraïm (Jer.31:18-20 & Hos.14:1-4). Hosea besluit zijn profetische boodschap met deze woorden: Wie wijs is, geve op deze dingen acht. Wie verstandig is, erkenne ze.

Want de wegen van YHWH zijn recht, de rechtvaardigen wandelen daarop ....(14:9)

 

Een mooie lied over de terugkeer van Efraïm: https://www.youtube.com/watch?v=oV70RLfZIlI 10

 

Tijdens onze reis door Samaria brachten we ook een bezoek aan Shilo. Shilo ligt in het gebergte van Efraïm. Het is de plaats waar YHWH de eerste 369 jaar gewoond heeft onder Zijn volk in het Beloofde Land. Maar hij gaf Zijn woonplaats onder Efraïm prijs. Hij versmaadde de tent van Jozef en verkoos Efraïms stam niet. Hij verkoos de stam van Juda, de berg Sion, die Hij liefheeft, die koos Hij als Zijn woonplaats en Zijn heiligdom (Ps.78:60 & 67-69). Maar ongeveer 2000 jaar geleden gaf God zijn permanente woonplaats in Sion op, om te wonen in tenten van de Heilige Geest. Hij heeft Zijn volk gevolgd onder de natiën, maar nu verlangt Hij terug te keren of zoals Hij zelf zegt: “Ik wil ook “aliyah” maken”. Waar wacht Hij nog op? Hij wacht op het herstel van Zijn volk en het herstel van de plaats die Hij uitgekozen heeft voor Zijn naam. Dat brengt ons bij Jeruzalem.

 

Het duurde wel even eer David er achter kwam welke plaats God had uitgekozen voor Zijn naam, maar uiteindelijk door een uitdaging van God zelf, werd het hem duidelijk dat op de berg Moria de tempel gebouwd moest worden. (2 Sam 24 &1 Kr.21 & 1 Kr.22:1-2) De twee belangrijkste plaatsen die we altijd bezoeken in Jeruzalem zijn de Tempelberg en de Stad van David. Je zou kunnen zeggen, is de Graftuin niet nog belangrijker? Dat is zeker een goede plaats om stil te staan bij de dood en opstanding van Yeshua, maar dat geldt ook voor de Tempelberg. Dat is de plaats van verzoening, waar de vele offers die daar gebracht zijn ons altijd weer bepalen bij de Vader, die bereid was Zijn zoon te offeren. Van het graf brengt Yeshua ons bij de Vader, èn naar het huis van Zijn Vader. Dat is een huis van gebed voor alle volken. Waarop YHWH, die de verdrevenen van Israël bijeenbrengt, zegt: “Ik zal daartoe nog meerderen bijeenbrengen, dan reeds toegebracht zijn” (Jes.56:7-8). Lijkt dit niet veel op een andere tekst van Yeshua: “Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn, ook die moet Ik leiden …. Het zal één kudde worden” (Joh.10:16).

 

In diezelfde context in Jesaja staat, dat de vreemdelingen, die de sabbatten onderhouden en vasthouden aan het verbond, NIET moeten zeggen: YHWH zal mij zeker afzonderen van Zijn volk, in tegendeel Hij zal ons juist daar in opnemen! Na zelf ruim acht jaar in de Stad van David gewoond te hebben, is het altijd weer bijzonder daar terug te keren en de laatste ontwikkelingen te zien. Daar kreeg ik het woord van de Heer, “Mensenkind, zie met uw ogen en hoor met uw oren en richt uw opmerkzaamheid op alles wat Ik u zal laten zien, want opdat Ik u dit zou laten zien, zijt gij hierheen gebracht. Verkondig alles wat gij zien zult aan het huis Israëls” (Ez. 40:4). Hier spreek ik nog steeds over, hoewel we inmiddels verhuisd zijn naar de woestijn.

 

Wij moesten eerst Gods liefde leren kennen voor de plaats die Hij uitgekozen heeft voor Zijn naam, zodat we betrokken kunnen worden bij Zijn terugkeer naar Jeruzalem. Nu je Mijn liefde kent voor Jeruzalem, zei de Heer, ga Ik je enten op Mijn volk. Velen hebben al tegen mij gezegd, maar je bent toch al geënt op Zijn volk? Dat is inderdaad een geestelijke waarheid die velen inmiddels begrijpen, maar wat is de realiteit daarvan? Misschien dat enkelen in Juda dit al begrijpen, maar de meesten zijn nog onwetend over het geheim dat God onder de gelovigen van de volken aan het openbaren is. Daarom is er deze keer gekozen om niet als Christenen in de Jeruzalem Mars mee te lopen, maar te laten zien dat we, net als Jozef indertijd, op zoek zijn naar onze broers.

 

 

Ezechiël beschrijft hoe de heerlijkheid van God de Tempel verlaten heeft via de Oostpoort en zich plaatste op de berg ten oosten van de stad (9:3-11:23). Volgens Joodse traditie gebeurde dat in tien fases en is de “shechinah” van God vanuit de woestijn teruggekeerd naar Zijn troon. Het woord “shechinah” komt van het Hebreeuwse woord “shachan” dat wonen of verblijven betekent. Het komt niet voor in de Bijbel, maar wordt door de Joden gebruikt om Gods aanwezigheid met name in de Tempel, te beschrijven. Gods eerste verblijfplaats onder Zijn volk was in de tabernakel in de woestijn. Hij trok mee op naar het Beloofde Land en zoals eerder genoemd, was Zijn eerste verblijfplaats in het land, Shilo in Efraïm. Daarna “verhuisde” Hij uiteindelijk naar de berg Sion, later beter bekend als de Tempelberg. Bij de vernietiging van de tweede tempel, keerde Gods heerlijkheid opnieuw terug naar Zijn troon in de hemel. Je zou kunnen zeggen, dat Yeshua Hem vooruit is gegaan en dat met Zijn terugkeer, we ook kunnen verwachten als Yeshua alle vijanden onder Zijn voeten heeft gelegd (1 Cor.15:25), God zal terugkeren naar de plaats die Hij uitgekozen heeft voor Zijn naam. Tijdens de reis hebben we bewust of onbewust ook die weg van Zijn heerlijkheid gevolgd. We weten niet precies op welk punt in de woestijn Zijn heerlijkheid zal terugkeren richting Jeruzalem. We weten wel dat de berg ten oosten van Jeruzalem, de plaats is waar Hij “Zijn voeten” zal neerzetten (Zach.14:4).

 

Omdat de Heer tot ons sprak, dat Hij ons wil ontmoeten in de woestijn, zijn we ruim twee jaar geleden naar de woestijn verhuisd. We beseften dat dit niet ging om een vluchtige ontmoeting, maar een door Hem bepaalde tijd, die te maken heeft met het feit dat Hij ook gezegd heeft, “Nog eenmaal zal Ik een weg banen door de woestijn”. Vanwege de profetische betekenis van “Bosra” heeft Hij ons geleid naar de plaats waar wij nu wonen. We hebben jullie al meer hier over verteld in onze nieuwsbrieven. Maar voor velen is de gedachte dat de Messias misschien uit Bosra kan komen (Jes.63:1-8) iets nieuws. Joden hebben daar minder moeite mee en begrijpen ook de reden van Zijn komst: Oordeel over de volken en het jaar van de afrekening om de rechtszaak van Sion ( Jes.34:1-8). Aan het eind van de reis hebben we hierbij stil gestaan en ons afgevraagd wat het inhoudt dat er een Heilige Weg zal zijn, waar alleen de verlosten over mogen gaan. Zij zullen terugkeren naar Jeruzalem met gejuich! (Jes.35:8-10)

 

Dit leidde natuurlijk tot meer vragen uit de groep. Maar juist door er samen over na te denken, gaan we meer ontdekken van Gods plan. Verwacht je echt dat de Heer al de Zijnen op één klein stukje aarde zal verzamelen bij Bosra, voordat Hij naar Jeruzalem optrekt? Natuurlijk verwacht ik niet dat de Heer al Zijn schapen (Bosra betekent schaapskooi) letterlijk op dat kleine stukje grond bij Bosra zal verzamelen. Ten eerste heeft het verzamelen en de uitstorting van Gods toorn (het treden van de persbak) al plaatsgevonden, als Hij die machtig is om te redden, verschijnt uit Bosra. Dus als we over verzamelen spreken en alleen denken aan een fysiek leger, dan zou je meer denken aan de grote Arabische woestijn achter het gebergte van Edom, wat op zich nog niet eens zo gek is, als je ziet wat zich nu allemaal al afpeelt bij ISIS. Anderen zien die plaats in de Jizreël Vallei bij Meggido, vanwege Armageddon, of iets zuidelijker van Bosra, bij Petra. Wat ik zie, en mensen wil laten zien, is de profetische betekenis van Bosra. Soms (eigenlijk heel vaak) gebruikt God daar een fysieke plaats voor. Dus hoe kijk ik naar Bosra? Ik zie het als een beeld van het verzamelen van de kudde, die dan één kudde zal zijn, en de Doorbreker die de weg zal banen voor de kudde om als een leger uit te trekken. De gedeelten in Micha 2:12-13 en Openbaring 19:11-21 komen hier samen, maar ook Jesaja 13:1-6, dat ten dele al is vervuld, als we het vervolg lezen, maar toch ook een duidelijke eschatologische betekenis heeft. Dit onderwerp is zo veelzijdig dat we daar meestal een heel weekend les over geven.

 

Als je iets meer gaat begrijpen van de dag des Heren, de dag van YHWH, en onze betrokkenheid daarin, ga je ook beseffen dat dit niet alleen een natuurlijke strijd zal zijn. Ik zie deze "ontmoeting" in de woestijn en het verzamelen in Bosra, als een ontmoeting in de lucht, maar niet een opname om te ontsnappen, maar een opname om als werktuigen van Gods gramschap (Jes.13:3 & 5) gebruikt te worden, als God Zijn boog (Juda) spant en Efraïm als een pijl daar op legt (Zach.9:13). Omdat de eerste opstanding in deze fase van Gods plan zal plaatsvinden, zal dit een "bovennatuurlijke" strijd zijn, waarin wij betrokken worden, dat het duizendjarig rijk zal inluiden en leiden tot het herstel van Gods Koninkrijk op aarde. Natuurlijk blijven er nog vel vragen over, ook bij ons. Er is nog genoeg om over na te denken en onderzoek naar te doen. Dat is een goede zaak en ook Gods bedoeling. Nog niet alle puzzelstukjes passen, maar het plaatje wordt wel duidelijker.

 

We besloten de reis met de “havdalah”. Het was niet alleen letterlijk het einde van de Sabbat, maar ook het einde van een bijzondere “sabbatstijd” in het Land. Ik denk dat de symbolen van de “havdalah” zeer toepasselijk waren. Bij het scheiden van de sabbat naar de doordeweekse dagen, wordt een kaars met verschillende lonten aangestoken om te laten zien, dat de sabbat ons verlicht heeft. Het wordt een soort fakkel die schijnt in de duisternis. We hopen dat alle deelnemers van de reis met een brandende fakkel naar huis zijn teruggekeerd en dat Zijn licht nieuwe inzichten en openbaringen zal geven. Dat is waarom sommige Joodse families aan het eind van de Sabbat, hun vingers in de wijn dopen, waarmee de “havdalah” kaars is uitgedoofd, en de ogen van hun kinderen mee aanraken om hen te zegenen. Na uit een “overlopende beker” gedronken te hebben, wat ook hoort bij de afsluiting van de Sabbat, hebben we elkaars ogen gezegend. Naast deze “havdalah” afsluiting hebben we ook een profetische afsluiting gehouden, bij wat wij het “Chavah Boompje” noemen. Het is een granaatappelboom die wij geplant hebben naar aanleiding van een droom die Iris in 1978 had. Daarin zag zij zichzelf een vrucht geven aan Yeshua, die vervolgens die vrucht terug hing aan de boom. Toen sprak de Heer en zei,

 

Iris, zoals de eerste vrouw de vrucht van de boom haalde, zal ik jou gebruiken om de vrucht weer terug te brengen aan de boom”.

 

We geloven dat dit een beeld is van het herstel van alle dingen, waarbij de Heer ons wil betrekken. Zoals Eva is voortgekomen uit de eerste Adam, zijn wij voortgekomen uit de verwonde zij van de laatste Adam. Adam en Eva zijn de enige mensen op aarde, die niet op dezelfde wijze zijn geboren als de rest van de mensheid. Dat geldt ook voor de laatste Adam, Yeshua, maar ook voor de “vrouw” (het geheimenis van Zijn bruid) die uit Hem is voortgekomen. Er is een nieuwe mens geboren, die we de laatste Chavah (Eva) zouden kunnen noemen. Als een symbolische en profetische daad, hebben wij elk een granaatappel genomen en die als het ware teruggebracht aan de boom. Natuurlijk kunnen wij die vrucht nooit zelf aan de boom “hangen”, dus eigenlijk hebben we de vrucht bij Yeshua gebracht en erbij stil gestaan hoe door Hem alle dingen hersteld zullen worden. Dat gaat heel diep! Daarom willen we daar later nog verder op ingaan. Omdat we verlangen naar dat herstel, en Zijn voeten eigenlijk al heel dicht bij de aarde zijn, werden symbolisch Zijn voeten gezalfd om Hem te verwelkomen.

 

We hebben geprobeerd jullie wat indrukken te geven van de reis met het Loofhuttenfeest en het doel daarvan. We hebben jullie ook betrokken in de dialoog, die daar uit voortgekomen is. We weten nog niet hoe we dit kunnen voortzetten. Soms zullen er momenten zijn dat we persoonlijk over dingen door kunnen praten, maar zoals nu al gebeurde, zijn we vaak in “gesprek” via email en internet. Misschien dat je een keer persoonlijk bij ons op bezoek komt in Israël om verder te praten. Je kunt je ook opgeven voor de volgende reis tijdens het Loofhuttenfeest. Ook dan zullen we zoeken naar ontmoetingen met Juda. De dialoog met Juda begint heel langzaam op gang te komen, maar vaak is dat nog een zoeken naar theologische overeenkomsten. Ik denk dat als we werkelijk kunnen uitleggen wie we zijn, en Juda ziet dat dit uit ons hart komt, dan zal de relatie dieper kunnen gaan, waardoor de “twee stokken” uiteindelijk één kunnen worden in Gods hand. We wensen jullie, Gods zegen en Shalom, Janny & Iris.

 

Zoals gezegd,Janny en Iris hebben veel meer geschreven dan hierboven vermeld. Wij hebben gedacht deze reisverslagen en nieuwsbrief te plaatsen omdat ook dit weer een beeld geeft van hoe er over wordt gedacht en hoe mensen er mee bezig zijn. Janny en Iris geven “Juda en Efraim” onderwijs en zijn te benaderen via: iris@judahandephraim.net

 

Ook het volgende stuk van Iris Bouwman en Janny Holster komt uit een nieuwsbrief.

We hebben ook deze geplaatst omdat het weer nieuwe zaken toevoegt over het begrijpen van Juda en Efraim ofwel Israel en de kerk (in de volksmond). Bijbels gezien spreken wij het liefst over de twee huizen Israëls, dat van Efraim,ook wel Israel genoemd en het huis van Juda. (Hebr.8.8)

 

Lieve familie en vrienden, Een nieuwsbrief is vaak een verslag van wat er het afgelopen jaar is gebeurd. Daarin gaat het meestal om wat wij allemaal gedaan hebben. Als we dat allemaal zouden opsommen, zou dit een lange brief worden, maar we hebben gekozen om in het licht van deze tijd, drie aspecten van het herstel van Gods Koninkrijk op aarde met jullie te delen. Ze zijn als het goud, wierook en mirre dat Yeshua ontving aan het begin van Zijn bediening op aarde. Goud heeft te maken met het geheimenis van het herstel van het koningschap voor Israël, maar zonder de wierook van Zijn priesterschap en onze gebeden, en het begrijpen van de zoete geur en bittere smaak van mirre, kunnen we niet betrokken worden in Gods plan. Daarom hopen we dat deze profetische boodschap van goud, wierook en mirre jullie zal helpen Zijn plan beter te begrijpen.

 

 GOUD Van alle momenten in Israël het afgelopen jaar is dit voor ons een van de waardevolste, die we graag met jullie willen delen. Om dit te kunnen begrijpen moeten we misschien even terug in de tijd gaan voor degenen, die ons toen nog niet kenden en pas recentelijk onze nieuwsbrief ontvangen. Tijdens het Loofhuttenfeest in 2010 werden er twaalf vlaggen gebruikt in verschillende kleuren en met een prachtige vaandel er aan bevestigd, met in goud de namen van de twaalf stammen van Israël daar op geappliqueerd. Deze vlaggen werden na het feest opgeborgen om misschien het jaar daarop weer gebruikt te kunnen worden. Maar God had een ander plan. De vlaggen moesten naar het model van de tabernakel in Eilat gebracht worden. Dat werd gedaan door iemand die gehoor gaf aan het woord van de Heer, ondanks dat bij de tabernakel er niemand was, die wist wat te doen met deze vlaggen. 

Totdat wij opgebeld werden en gevraagd werden of wij iets konden doen met die vlaggen. Dat was een ongewone vraag, die pas onze volle attentie kreeg toen we in diezelfde week een vraag ontvingen uit Nederland over twaalf banieren met de namen van de stammen van Israël. Twee keer twaalf, wat moesten we daarmee? Toen begon God te spreken. Er zijn twaalf stammen in Juda en twaalf stammen in Efraïm. Dat zal voor mensen, die nog niet Gods bedoeling met Juda en Efraïm begrijpen, vreemd klinken. Maar voor ons was het een aanvulling op de inzichten die God ons in Zijn woord al had gegeven. Het was een voortschrijdende openbaring, die nog steeds doorgaat. Omdat we Efraïm vaak zien als een beeld van de tien verloren stammen, en Juda samen met Benjamin als de andere twee stammen, hadden we eerst wel wat vragen. Het is goed om te vragen en in gesprek te zijn met de Vader. Dat zijn de momenten waarop Hij geheimenissen openbaart, want Hij wil niets voor ons verborgen houden.

 

Vanuit de bijbel wisten we al dat het overblijfsel van Israël, de Joden, in de tijd van de apostelen nog steeds de twaalf stammen vertegenwoordigden. Dat blijkt uit de brief van Jakobus, die gericht is aan de twaalf stammen in de verstrooiing. Sommige van hen zijn afgebroken takken van de edele Olijfboom en geassimileerd onder de volken. Als ze tot geloof komen in Yeshua horen ze bij het Nieuwe Verbond en worden deel van de oogst die bijeengebracht wordt uit de volken. Daar kunnen dus ook Juda en Benjamin bij horen. Dus kunnen er twaalf stammen vertegenwoordigd zijn in Efraïm, zowel als in Juda, wiens ogen nog geopend moeten worden. Deze openbaring kwam heel krachtig tot ons, omdat we het samenbrengen van de twaalf vlaggen en twaalf banieren, zelf nooit hadden kunnen bedenken. Ook niet alle lessen, die er uit voortkwamen. Een daarvan had te maken met mijn vraag, wie een beeld was van de vlaggen en wie een beeld was van de banieren. Toen de Vader zei, dat de vlaggen een beeld zijn van Efraïm, was ik teleurgesteld. Ik vroeg, waarom zijn wij als gelovigen uit de volken slechts een kale gekleurde vlag en niet zo mooi als de banieren met hun profetische afbeeldingen? Ik begon toen te beseffen dat wij ons als Christen vaak mooier en beter vinden dan Juda, iets waar Paulus ons al voor gewaarschuwd heeft. De Vader zei: “Jullie als gelovigen uit de volken zijn als nietszeggende vlaggen, die hun relatie met Israël in het plan van God verloren zijn. Daarom zal ik jullie herenigen met Juda, zodat Mijn volheid en glorie zichtbaar zal worden en de volken zullen weten dat ik de HERE (YHVH) ben.

 

Omdat twee keer twaalf vierentwintig is, begon ik ook te begrijpen waarom er gesproken wordt over vierentwintig oudsten rondom de troon van God. Maar verder had ik geen bevestiging vanuit het woord van God over deze “twee twaalfs”, zoals wij soms Juda en Efraïm noemen. Tot ik op een dag de geschiedenis las van Jozua, die de Israëlieten het Beloofde Land binnenleidde. Wat me nooit eerder was opgevallen, is dat Jozua niet alleen in opdracht van God twaalf stenen uit de rivier haalde en als een gedenkteken in het kamp neerlegde, maar ook twaalf stenen in de toen nog droge rivierbedding oprichtte (Joz.4:1-9). Toen realiseerde ik me dat deze twaalf stenen een beeld zijn van de twaalf, die achtergebleven zijn. Wij vinden de rivier van opwekking en de tijden van verkwikking zo fijn, dat we liever achterblijven in de rivier. Maar het is tijd om uit de rivier te komen! Dat is wat we symbolisch hebben mogen doen tijdens een van de reizen, die we gemaakt hebben door Israël, het afgelopen jaar. Tijdens Pesach bracht de Heer een zeer geschakeerde groep van twaalf mensen bij elkaar, zowel in karakter als in afkomst. We zouden een heel verslag kunnen schrijven van deze reis en wat we allemaal meegemaakt hebben, maar toch willen we slechts deze ene, voor ons zo belangrijke, boodschap met jullie delen. Juist omdat we precies met een groep van twaalf mensen waren, zijn we naar de Jordaan gegaan om daar met twaalf stenen in onze hand uit het water te komen, als een profetisch teken dat “de twaalf van Efraïm” in deze tijd uit de rivier moeten komen om samen met Juda gebruikt te worden in het herstel van het Koninkrijk van God.

 

Dat nog niet iedereen dit begrijpt, bleek uit de verschillende reacties in de groep. Ondanks dat we gearmd het water in gingen, was er veel verdeeldheid in de groep. Dat bleek ook toen we uit het water kwamen met ieder een steen in de hand. Aan de ene kant was het een prachtig profetisch moment en sommigen van ons zagen op dat moment een witte duif over de rivier vliegen. Er kwam geen stem uit de hemel, die zei: Dit zijn mijn kinderen, die ik lief heb en in wie Ik een welbehagen heb …. Er waren geen engelen die zongen, in mensen een welbehagen …. Dat moet nog vervuld worden. Eigenlijk waren we net als toen Israël optrok uit Egypte een samenraapsel, mensen van allerlei slag, die nog een eenheid moeten worden. Er moet nog veel gebeuren. We zien nog niet allemaal wat God in deze tijd aan het doen is. Dat bleek ook uit wat er gebeurde toen een van ons zijn bril was kwijt geraakt in het water. Vanaf dat moment was de aandacht voor wat God ons liet zien weg, want er moest gezocht worden naar de verloren bril. Wat menselijkerwijs heel begrijpelijk was, maar wat ons geestelijk liet zien, dat “de bril” waardoor wij kijken belangrijker geworden is dan het zicht dat God ons in deze tijd wil geven. Zonder onze brillen wordt de wereld waziger, maar het zicht op de geheimenissen, het goud, van Zijn Koninkrijk helderder.

 

WIEROOK Het altaar van Jerobeam is een beeld van de scheiding, de bres, die ontstaan is in Israël en zo duidelijk zichtbaar is in de scheiding van de twee volken die ontstaan zijn, de Joden en de Christenen, of zoals ook wel gezegd wordt, de Kerk en Israël. Als gelovigen die iets begrijpen van Gods bedoeling met Juda en Efraïm, hebben we vaak het gevoel in die bres te staan, onbegrepen door medechristenen of geloofsgenoten, en nog niet begrepen door Juda. Dat is niet altijd een makkelijke plaats. Maar zoals we al eerder schreven, als je dit eenmaal begrijpt, dan valt, zoals het onze ervaring is, alles op Zijn plaats. Gods plan wordt duidelijk. Dan wordt het ook duidelijk dat de ongerechtigheid van Efraïm zich opgestapeld heeft en zich verder heeft verspreid in de kerk en onder de gelovigen, die zich Christenen noemen. Dat besef heeft bij sommige tot diep berouw geleid. Daar wilden we uiting aan geven bij het altaar van Jerobeam. Berouw en verootmoediging is niet iets wat je alleen met je lippen doet, het moet uit je hart komen en het kan niet opgelegd worden (Jes.29:13 & Mat.15:8-9).

 

Wij waren niet de eerste groep die als Efraïm hun zonden beleden bij het altaar van Jerobeam, maar we vertegenwoordigden misschien wel die gelovigen in Nederland, die dit beginnen te begrijpen. Pas als dat begrijpen je hart bereikt, is er sprake van diep berouw en verootmoediging. Dat is niet makkelijk te omschrijven, dat moet je meemaken om het te kunnen voelen. Het woordenboek beschrijft het als de juiste positie innemen tegenover de almachtige God, je eigen vermeende grootheid afleggen en klein worden voor God. Er waren hartverscheurende en diep bewogen momenten toen we met Hanoch als getuige van Juda, onze zonde als Efraïm beleden. Het was heel persoonlijk, maar het was ook een roep naar de rest van de gelovigen uit de volken, laten we ons verenigen in berouw en verootmoediging naar God voor het afwijzen van Zijn beloften en openbaringen die Hij in deze tijd geeft. Dat gevoel van verbondenheid met de rest van Efraïm brachten we tot uiting met de “lulav”, die we meegebracht hadden. De “lulav” zijn de takken die, samen met de “etrog’ (een speciale citrusvrucht), symbolisch gebruikt worden tijdens het Loofhuttenfeest (Lev.23:40). De “etrog” is een beeld van een rechtvaardige Jood, die een getuige is voor andere Joden, die vergeleken worden met takken van palmen, die zoet smakende vruchten voortbrengen, twijgen van zoet geurende loofbomen en van beekwilgen zonder geur. Gezamenlijk vertegenwoordigen ze het gehele Joods volk. Er zijn heel specifieke instructies hoe de “lulav” gebruikt moet worden tijdens het Loofhuttenfeest. Het wordt gezien als een “geheiligd” voorwerp, specifiek voor die tijd. Daarom was Hanoch verbaasd dat wij juist de “lulav” en de “etrog” meenamen naar het altaar van Jerobeam, om na de tijd van berouw en verootmoediging te gebruiken om te bidden voor heel Efraïm, zoals de Joden dat doen voor het gehele Joodse volk tijden het Loofhuttenfeest. Dit raakte hem diep, en hij zei, zoals hij wel vaker zegt: “Dit kunnen alleen jullie als Efraïm bedenken en doen. Daar hebben wij nooit op die manier over nagedacht.”

 

Het is wonderlijk dat Joodse gebruiken, die ons inspireren, soms omgekeerd Juda weer tot denken aanzet. Het gaan er daarbij niet om dat wij alles nadoen wat Juda doet, maar dat wij met ons hart dingen doen, wat bij hen een traditie of opdracht is geworden. Het blijven opdrachten of instructies van God, die wij niet naast ons neer moeten leggen of afwijzen, maar met ons hart mogen vervullen als een profetisch teken voor Juda.

 

Dit soort momenten, die we samen mogen beleven met Juda, zijn nog schaars. Hanoch is wat dat betreft uniek en duidelijk geroepen door HaShem om samen met ons in die bres te staan, tussen Juda en Efraïm. Wij staan daar in naam van de bemiddelaar, die wij kennen als Yeshua. Hanoch staat daar als Juda, die niet opnieuw zijn broer “Jozef” wil verkopen aan de Ismaëlieten. Toen we tegen hem zeiden dat hij daardoor een beeld is van de verlosser, die uit Juda zal voortkomen, die wij kennen als Yeshua, zei hij: “Soms hoop ik dat Hij het is die wij verwachten”. Daar in die bres tussen Juda en Efraïm, zullen we samen Hem zien, die wij doorstoken hebben met onze ongerechtigheden en overtredingen. Dan zal de Geest van de genade en van de gebeden over ons uitgestort worden, die als wierook op zal stijgen voor het aangezicht van God (Zach.12:10 en Opb.1:7 & 8:3-4).

 

MIRRE Bij Zijn geboorte kreeg Yeshua goud, wierook en mirre, als een teken dat Hij de gezalfde is, de Messias, die gekomen is om te regeren als Koning, Profeet en Priester. Het zal niet lang meer duren wanneer Hij terug komt om Zijn Koninkrijk te vestigen op aarde. Hij klopt aan de deur, en mirre druipt van de grendel. “Wat trekt daar op uit de woestijn, als zuilen van rook, omgeurd van mirre en wierook .....? Mijn geliefde klopte op de deur en stak Zijn hand door de opening ….. Ik stond op om mijn geliefde open te doen, mijn handen dropen van mirre ……” (Hooglied 3: 6 & 5:4-5) Mirre is zoet van geur, maar bitter van smaak. De boodschap voor deze tijd is ernstig en kan bitter zijn, maar de vervulling van Gods beloften zijn zoet. Onze geliefde klopt zowel aan de deur van Juda als Efraïm. Zo worden er ook deuren geopend in de hemel, waardoor we soms iets mogen zien van wat er “boven” is. Aan sommigen van jullie hebben we een link gestuurd van een Joodse jongen, Nathan, en van een Joodse man, Alon, die in een bijna dood ervaring (BDE), naar het lijkt, die deur even zijn binnengegaan. Als je deze link nog niet ontvangen hebt, kan je alsnog via onderstaande links naar het getuigenis van Nathan en Alon kijken. https://www.youtube.com/watch?v=-H0MDGIXZ0o & https://www.youtube.com/watch?v=OpflBfazqUc Er waren twee redenen dat we dit met jullie deelden. Ten eerste is het bijzonder dat in deze tijd Juda vaker gezichten en visioenen krijgt en zij nu ook spreken over ervaringen in de hemel. Iets wat sinds de uitstorting van de Heilige Geest vaker voorkwam onder Christenen dan onder Joden. Daarnaast vroegen we ons af wat de Heilige Geest hier door heen tot ons wilde spreken, ook al waren de “vaten” waardoor de boodschap kwam niet helemaal “kosher”. Het is misschien goed om ons af te vragen hoe “rein” onze vaten zijn. En toch gebruikt de Heer ons. Daarom schreven we ook, laten we onze „religieuze bril” afzetten en in het imperfecte profeteren dat we allemaal doen, zien wat God spreekt. Er waren maar enkele mensen, die ons schreven wat ze er zelf bij voelden of van dachten, toen ze naar hun getuigenis gekeken hadden. Maar de meesten stuurden een link naar het commentaar van iemand anders, zonder er zelf iets persoonlijks over te zeggen. Betekent dit dat we andere laten beoordelen, wat waar of niet waar is, of wat goed of niet goed is? Dat is zeker niet de bedoeling van het onderwijs dat ik geef, of de boodschappen, die ik per nieuwsbrief mag doorgeven. Hoe vaak horen we niet, die zegt dit, maar hij zegt dat …. hij is het daar niet mee eens en zij zegt dat het zo is ….. Als we iemand aanhalen, kunnen we dan niet zelf zeggen, wat de Heilige Geest door die persoon tot ons heeft gesproken, ook al is misschien niet iedereen het daar mee eens? Is het niet de Geest van God, die met onze geest getuigt dat iets waar is? Dat hoeft nog niet te betekenen, dat we het met alles eens moeten zijn, wat iemand door de Geest gedreven aan ons wil doorgeven.

 

Zo hebben we dat ook ervaren toen we luisterden naar de getuigenissen van Nathan en Alon. In beide getuigenissen, zie je dat de religieuze invloed van hun omgeving hun getuigenis beïnvloed heeft. Is dat bij ons ook niet vaak zo? Voor Nathan was het nog moeilijker om door te geven wat hij daar “boven” (en “beneden”) allemaal heeft meegemaakt. Hij werd vaak in de reden gevallen en aangestuurd door de Rabbi die hem begeleidde. Dit komt ons bekend voor, want toen de kinderen in Papua tijdens de opwekking meegenomen werden naar de hemel (zoals wij het uitdrukten) en terug kwamen met allerlei verhalen over wat ze daar meegemaakt hadden, wilden we hen ook af en toe in de reden vallen om hen vragen te stellen. We probeerden het te bevatten binnen het kader van de kennis en openbaring van Gods woord, die we in die tijd hadden. Er waren dingen, die bijna te ongelooflijk waren. En soms moest er wel eens bijgestuurd worden, maar als je dat teveel doet, gaat de oorspronkelijke boodschap en bedoeling van God verloren. Helaas gebeurt dat heel vaak. Een van de dingen die zowel bij de ervaringen van Nathan en Alon, als bij die van de kinderen in Papua, en bij wat ik zelf heb ervaren, duidelijk werd, is dat wat je beleeft geestelijk is. Je kunt niet met je lichaam op die plaatsen komen, die beschreven worden. Een jongetje van elf jaar in Papua, zei toen hij aangesproken werd door iemand, die hij in het dodenrijk zag, ik ben hier in de geest. Daar was hij zich bewust van. Wij hoorden hem spreken in die andere wereld, terwijl zijn lichaam nog bij ons op de grond lag. Het bijzondere in die tijd was, dat vier kinderen tegelijk werden meegenomen in de geest en wij hen daar onderling over hoorden spreken. Mede door deze ervaringen ben ik gaan nadenken over hoe wij zullen functioneren in het Koninkrijk van God en met name in het duizendjarig rijk als overgang naar het herstel van alle dingen. Het ging hierbij vooral om de vraag wat ons belemmert om nu te zijn wat we na de opstanding wel kunnen zijn in het duizendjarig rijk. Dat is ons lichaam! Dat kwam vooral duidelijk naar voren in de ervaringen van Alon. Hij beschrijft in detail wat hij allemaal kan zien, horen, begrijpen toen zijn "neshamah" uit zijn lichaam was. Om een beter beeld te krijgen van wat hij daarmee bedoelde is het goed om uit te leggen hoe de Joden de ziel zien. In het Hebreeuws worden daar eigenlijk drie namen voor gebruikt: Neshama, betekent letterlijk adem, ruach betekent wind en nefesh komt van het woord rusten. De schepping van de mens kan vergeleken worden met God als “glasblazer”, die een nieuw vat maakt. De adem (neshama) verlaat zijn lippen en reist als een wind (ruach) door het stof, om uiteindelijk tot rust te komen (nefesh) in het aarden vat. De neshama wordt gezien als het hoogste niveau van de ziel, die het dichtstbij God is. De nefesh is het deel dat in het lichaam verblijft en de ruach bevindt zich tussen die twee en verbind de mens aan zijn Geestelijke bron. Dat is ook de reden waarom de Goddelijke Inspiratie in het Hebreeuws de Ruach HaKodesh (De Heilige Geest) genoemd wordt. Volgens de Joden wordt de neshama beïnvloed door gedachten, de Ruach door spreken en de nefesh door actie of daden.

 

Dat ons lichaam ons beperkt is iets wat Paulus ook begreep. Hij verlangde naar een nieuw lichaam (Rom.7:24 & 2 Cor.5:1-4). Yeshua is de eerste mens die in dat nieuwe lichaam is opgestaan en Hij kan zowel op aarde als in de hemel functioneren. Dat is waar we naar verlangen. Dat betekent niet dat we willen sterven om op te kunnen staan, maar we gaan wel door "oefeningen" heen om te sterven en op te kunnen staan als de tijd komt. ; Lorem Ipsum Dolor Lente 20167 Op dit moment zijn we nog belemmerd door onze lichamen, onze ziel is nog niet vrij, zoals sommigen van ons even mochten ervaren tijdens een BDE of toen we opgetrokken werden in de hemel. We zijn nog niet volledig verlost, ondanks dat we als Christenen altijd geleerd hebben dat we verlost zijn. Nee, eigenlijk wachten we nog op de uiteindelijke verlossing en het openbaar worden van de zonen Gods. De verwachting van dat zoonschap is de verlossing van ons lichaam (Rom.8:19-23). Yeshua is gekomen in hetzelfde lichaam als wij hebben. Hij liet zich dus belemmeren, maar is nu niet meer belemmerd. Hij wacht totdat de tijd van het herstel van alle dingen aanbreekt en hij met ons verenigd kan worden, die dan ook zo'n zelfde lichaam hebben aangedaan. Een vraag, die dan opkomt, is of de eerste Adam (en Eva) toen ze geschapen werden eenzelfde lichaam hadden als wij nu hebben? Ik heb daar al vaker over nagedacht en onderzoek naar gedaan. Ik besefte toen dat hun bewustwording van naaktheid daar een belangrijke rol in speelde. Naakt zijn op zich hoeft geen gevoel van schaamte te geven. Het lichaam was zo geschapen dat het dienstbaar zou zijn aan de geestelijke mens en de mens zo de rol kon vervullen, waar God hem voor geschapen had. Maar als het lichaam die geestelijke opdracht niet meer wil vervullen zoals God het bedoeld heeft, ontstaat er schaamte, die zich uitte in het zoeken naar een bedekking. Die bedekking wordt later kleding (begadim) genoemd, dat afgeleid wordt van het Hebreeuws woordje בגד (bagad), dat letterlijk verrader betekent. Door zich te bedekken, probeerden ze het lichaam, waarmee ze het geestelijk doel verloochend hadden, te verhullen. Maar bladeren voldeden niet, daarom gaf God hen letterlijk "huid"! Het bijzondere is dat het Hebreeuwse woord voor huid "עור" (or) is en het woord voor licht ook or ("אור"). Er is maar een letter verschil. Volgens Joodse wijsgeren waren Adam en Eva eerst bedekt met “gewaden” van licht, die later vervangen werd door kleren van huiden (hier wordt כתנות / ketonot = gewaad gebruikt, en niet בגדים / begadim). Voordat zij zondigden, waren hun lichamen een portaal waar het licht van de ziel doorheen scheen. Maar doordat hun lichamen bedekt werden met huid kon dat licht daar niet meer doorheen schijnen. Het licht van de ziel dat eerst vrijelijk door de mens kon schijnen is nu belemmerd door huid. Die belemmering ervaren we. We kunnen niet zijn waarvoor we geschapen zijn. Dat betekent niet dat we moeten proberen als God te worden, zoals Satan geprobeerd heeft, en ons mee verleidde. Hij was een lichtdrager, maar wilde zelf het licht zijn. Dat is zijn en onze val. Eigenlijk zijn we, doordat God ons bedekte met huid, geen schaduw meer van God, zoals de mens letterlijk geschapen werd (naar het beeld = de schaduw van God), maar een schaduw van de dood. Mattheus bevestigt dat met de woorden van de profeet Jesaja. Een volk dat in duisternis en in de schaduw van de dood gezeten is, heeft een groot licht gezien (Mat.4:16 & Jes.42:6-7). Een tekst, die juist in deze tijd veel aangehaald wordt. Als we bewust zijn van het beeld waarnaar we geschapen zijn, voelen we ons belemmerd omdat we “gevangen” zitten in de huid, die de schaduw van de dood veroorzaakt. Ik denk niet dat we onszelf daarvan kunnen bevrijden. We zijn geschapen om de glorie van God te manifesteren die in ons woont. Maar dat kan niet als we in dit vlees, deze huid, blijven. We moeten opnieuw geboren worden, zodat de dood geen macht meer over ons heeft en we uiteindelijk dit aardse kleed, deze huid, af kunnen leggen. De geboorte van Efraim, waar Hosea over spreekt (13:13) is een onderdeel van die uiteindelijke geboorte die het herstel van alle dingen zal inluiden. Dit zal gepaard gaan met de vernietiging van de sluier die alle natiën omsluiert en alle volken bedekt (Jes.25:7-8). Je zou die sluier ook kunnen vergelijken met de vliezen van de amnionzak, die gebroken moeten worden. Soms gebeurt dat pas vlak voor de geboorte. Ik denk dat we dichtbij die fase zijn.

 

Het woord dat telkens weer terugkomt, is dat we genaderd zijn tot een feestelijke en plechtige vergadering …. (Hebr.12:22-24) Genaderd betekent dat we er dichtbij zijn. Nu nog dichterbij misschien dan toen het bijna 2000 jaar geleden werden opgeschreven. Er valt nog veel na te denken over wie bij die vergadering aanwezig zullen zijn ….. Soms voelen we ons machteloos omdat mensen niet zien hoe God ons steeds dichterbij de grootste verlossing allertijde brengt. Bij dat gevoel moest ik denken hoe een aardse vader zich soms voelt als zijn kinderen ongehoorzaam zijn. Hij zou ze wel door elkaar willen schudden, zodat ze luisteren naar wat hij te zeggen heeft. Daarom staat er ook: Zie dan toe, dat gij Hem die spreekt niet afwijst. Hij spreekt op velerlei wijze en niet altijd door de kanalen die we verwachten. Misschien dat de Heer daarom ook zegt, nog eenmaal zal Ik Mijn stem in de hemel verheffen en op aarde doen horen. Nog eenmaal zal ik niet alleen de aarde maar ook de hemel schudden (Hebr.12:25-27). Hij staat aan de deur en klopt. Mijn handen druipen van mirre, die van jullie ook? Zegen en Shalom, Janny en Iris.